Wij kregen deze week een interessant artikel van Federaal Kamerlid Jasper Pillen (B) over de nood aan een toekomstvisie voor de helikopters en hun inzet in het Belgische leger.
Jasper Pillen is sinds oktober 2020 lid van de Belgische Federale Kamer en in deze ook lid van de Kamercommissie Defensie. Tussen 2012 en oktober 2020 was Pillen woordvoerder van de MR-ministers van Mobiliteit (waaronder de luchtvaart resulteert) Gallan en Bellot. Duidelijk de juiste persoon om het ontbreken van de toekomstvisie bij Defensie over de helikoptervloot aan te kaarten bij de nieuwe minister van Defensie.
Hieronder publiceren we het complete artikel van Jasper Pillen. U kunt het artikel ook nalezen op zijn website.
Dringend een toekomstvisie nodig voor onze heli's
De Belgische Defensie en militaire helikopters – of het nu de Agusta-helikopters in de jaren ’90 waren of de NH-90 TTH in de jaren 2000 – een succesverhaal werd het te vaak niet. Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen: de legendarische Sea King Search and Rescue (SAR) helikopter bijvoorbeeld, of de Alouette III als werkpaard van de Marine.
Toch lijkt het er te sterk op dat er in ons land nooit een echte visie is ontwikkeld op de militaire helikoptercapaciteit. Toch meen ik dat heli’s in de toekomst een absolute meerwaarde kunnen betekenen voor ons land en onze Defensie. Een visie moet, om verschillende redenen, prioritair ontwikkeld worden.
Defensie heeft nog nooit over een helikoptervloot kunnen beschikken die erin slaagde om een echte waardevolle bijdrage te leveren aan haar kerntaken. De huidige toestand is daar bijzonder tekenend voor. De Agusta A109, momenteel voornamelijk nog gebruikt voor instructie, is onderweg naar de uitgang. In de Strategische visie wordt geopperd dat een beperkt aantal kan worden behouden ‘als paraatstellingscapaciteit voor de NH-90 helikopters’ maar de toestellen zijn intussen 30 jaar oud en aan vervanging toe.
De enige andere helikopters zijn de NH-90’s in twee versies. De 4 exemplaren van de Nato Frigate Helicopter (NFH) variant horen – zoals de naam het al zegt – eigenlijk thuis op een fregat. Hun voornaamste taak is onderzeebootbestrijding (ASW). Met 4 toestellen zijn we net in staat om deze taak uit te voeren aan boord van de 2 Belgische fregatten. Want naast de operationele inzet moet natuurlijk het breder plaatje in het oog gehouden worden: vaak zijn de heli’s niet beschikbaar voor de hen toegewezen opdrachten wegens training, onderhoud en reparaties.
Deze toestellen, momenteel gestationeerd in Koksijde, gebruiken we echter ook voor SAR opdrachten, in opvolging van de Seaking. Onderzoek om deze belangrijke taak uit te besteden aan een private actor, zoals andere landen al met wisselend succes deden, werd begraven. Maar eigenlijk zijn deze toestellen te gespecialiseerd om dergelijke reddingstaken uit te voeren, ze zijn ook bijzonder duur per vlieguur (tot 20.000 euro per uur!). Een gespecialiseerde Belgische Twitter-account, Stoonbrace (volgtip!), drukte het al zo uit: ‘Het is alsof Bpost je pakje zou komen leveren met een Porsche Cayenne”.
Hoe dan ook, 4 toestellen voor én onderzeebootbestrijding op onze fregatten én SAR-taken is te weinig. De Alouette III, een werkpaard dat al bijna 50 jaar in dienst is, verdwijnt half 2021 uit de vloot. De Alouette III scheepte vaak in op de fregatten. Ook deze capaciteit valt dus weg, haar opdrachten zullen moeten uitgevoerd worden door de NH90. En eigenlijk is dat normaal, die toestellen zijn immers hiervoor geconcipieerd. Maar de huidige druk op de 4 toestellen, die nu al groot is, zal door het wegvallen van de Alouette III nog groter worden. Ik heb Minister Dedonder in het parlement al gewaarschuwd dat het eigenlijk niet mogelijk is alles te doen wat men wenst te doen met de slechts 4 NH90-NFH.
Het verhaal van de tweede variant van de NH-90, de Tactical Transport Helicopter (TTH), is zoals in de inleiding al gesteld een voorbeeld van de moeilijke relatie tussen de Belgische Defensie en heli’s. België heeft 4 zo’n toestellen. Een goede transporthelikopter heeft een aantal kenmerken: gemakkelijk te onderhouden, goedkoop mee te vliegen en voldoende capaciteit om op elk moment te kunnen voldoen aan de behoefte van de eenheden die rekenen op ondersteuning. België doet met de TTH exact het tegenovergestelde. Het is een complex toestel, zoals gemeld kost ze een fortuin om mee te vliegen en we hebben er zo weinig dat het een huzarenstuk is om er 2 beschikbaar te hebben. De toestellen hebben daarenboven momenteel belangrijke updates nodig om operationeel te blijven. Deze updates kosten ettelijke miljoenen euro’s. Voortijdig afscheid nemen van deze toestellen is een optie die steeds luider klinkt en waarvoor begrip kan opgebracht worden.
De huidige situatie, gekenmerkt door enerzijds oude toestellen die op (zeer) korte termijn gaan verdwijnen en anderzijds zeer dure toestellen die gebruikt worden voor taken waarvoor ze eigenlijk niet geconcipieerd werden, is niet wenselijk en eigenlijk niet aanvaardbaar.
Hoe moet het nu verder? Als men vindt dat de helikopter een toekomst heeft binnen de Belgische Defensie, wat ik alvast doe, moet men nu visie ontwikkelen en relatief snel schakelen. Bij de berichtgeving over de toekomst van de NH-90 TTH werd gefluisterd dat Defensie de aankoop van “10 à 15 Light Utility Helicopters (LUH)” zou overwegen. Ik denk dat we moeten vermijden de kar voor het paard te spannen. Essentieel is dat we eerst nadenken over de opdrachten en taken voor nieuwe heli’s en dan daarop geënt de markt op gaan. Vlug een vijftiental LUH-heli’s aankopen om ‘iets’ (wat dat ook is!) te doen, zou geen zorgvuldig beleid zijn. We kunnen niet langs het beperkte budget heen maar we moeten wel eerst een visie ontwikkelen. Het voordeel is dat momenteel een hele reeks bijzonder goeie, relatief goedkope en door onze partners gebruikte toestellen op de markt te vinden zijn.
Samenwerking op het vlak van heli’s is zowel een noodzaak als een kans. Het biedt de kans onze Krijgsmacht verder te integreren met onze partners en het antwoordt op de noodzaak om kosten te sparen én toch actief te blijven met verschillende types helikopters. Een nauwere samenwerking met Nederland (het Nederlandse Defensie Helikopter Commando is een interessant concept) is daarbij een optie. Onze marines zijn al geïntegreerd en Nederland beschikt over een grote vloot NH90-NFH. Ook Duitsland komt als gebruiker zo op de radar.
Deze landen gebruiken overigens ook andere zeer interessante toestellen zoals de CH-47 transporthelikopter, de AH-64 aanvalshelikopter (beiden in Nederland) en de H145M als LUH (in Duitsland en Luxemburg). Ook ander toestellen van Airbus (Eurocopter) of van Leonardo moeten hier vermeld worden. Overigens moeten we niet alleen over de grens kijken. Ook de Federale Politie zou op zoek zijn naar nieuwe toestellen voor hun directe Luchtsteun. Het is nog maar normaal dat men over de eventuele aanschaf van nieuwe heli’s overleg pleegt en kijkt waar er mogelijkheden zijn om samen stappen te zetten.
Dit is geen pleidooi om nu snel-snel nieuwe heli’s aan te komen. Het is wel een pleidooi hier een uitgebreide, degelijke maar niet te lange reflectie over te voeren. Als we het erover eens zijn dat de helikopters een belangrijke meerwaarde betekenen voor onze Defensie, moeten nu knopen doorgehakt worden over de toekomstige Belgische militaire heli-capaciteit. Een parlementair debat moet hierover gevoerd worden: willen we antwoorden op een Europese capability gap en investeren in (zware) transporthelikopters? Gaan we de al bestaande vraag naar specifieke luchtcapaciteit voor onze special forces (SFG) en special operations (SO Regt) in dit debat betrekken? Is een aanvalshelikopter die kan opereren samen met onze over enkele jaren volledig vernieuwde en geïntegreerde landcomponent-voertuigen politiek en militair gewenst? Of kiezen we gewoon voor een beperkte LUH-capaciteit die we als een Zwitsers zakmes gaan gebruiken voor licht transport, patrouille, medische evacuatie en SAR?
Tijd dat het parlement en de bevoegde Minister hierop antwoorden formuleren.