Een tijdje geleden was er grote commotie in Nederland over de inzet van het Belgische NHV als operator voor de SAR (Search and Rescue). De discussie werd zelfs in het parlement gevoerd of NHV wel degelijk de juiste helikopters had ingezet om de SAR operaties uit te voeren conform de vereisten van het betreffende lastenboek en de geldende voorschriften.
UIteindelijk werd de verantwoordelijke minister - na een summier en blijkbaar niet overtuigend vooronderzoek - verplicht om een volledige analyse te gelasten van de SAR operaties door NHV.
Het onderzoeksrapport van de NLR (Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum) is nu beschikbaar gekomen en kun je hier lezen. Een korte samenvatting van het rapport:
Probleemgebied
Het uitvoeren van de SAR-taak in Nederland is gegund aan NHV, die hiervoor 4 helikopters van het type AS365N2 / AS365N3 inzet. Er zijn Kamervragen gesteld over de geschiktheid van deze helikopters met uitrusting en personeel. De Minister heeft de Kamer toegezegd een onafhankelijk onderzoek te zullen instellen.
Uitvoering
Rijkswaterstaat (RWS) heeft opdracht gegeven aan het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)om een nadere vergelijking te maken tussen het Programma van Eisen (PvE) voor de SAR-taak in Nederland en de geschiktheid van de voor deze taak gebruikte reddingshelikopters met uitrusting en personeel. Dit betekent enerzijds een herhaling van de audit die in juni 2015 is uitgevoerd door Rijkswaterstaat en Defensie, en anderzijds het uitvoeren van een aantal berekeningen voor brandstofverbruik en het vliegbereik tijdens een aantal karakteristieke scenario’s / missieprofielen.
Conclusies
Geconcludeerd wordt dat de reddingshelikopters met uitrusting en personeel over het algemeen voldoen aan het PvE, waarbij echter voor de volgende eisen een gedeeltelijke tekortkoming wordt geconstateerd:
- Eis 3.6 Homer/DF met ‘automatic fly-to mode’. De Homer/DF zelf beschikt niet over een ‘automatic fly-to mode’. De vlieger kan de gewenste vliegrichting handmatig invoeren in de stuurautomaat van de helikopter, zodat alsnog automatisch naar het doel kan worden gevlogen.
- Eis 5.3 Een zuurstoffies inclusief twee flowmeters. De zuurstoffles beschikt over slechts één flowmeter, hetgeen volgens de ambulance verpleegkundige de standaard is.
- Eis 5.10 Stoelbrancard met veiligheidsmatras. Bij geen van de partijen is geheel duidelijk wat wordt bedoeld met veiligheidsmatras.
Op basis van de uitgevoerde berekeningen voor brandstofverbruik wordt geconcludeerd dat met gebruikmaking van een ‘place of safety’ en/of inzetvan meerdere helikopters aan de betreffende eisen kan worden voldaan.