Op vraag van het Belgisch federaal parlement heeft het Rekenhof een audit gedaan naar de inzetbaarheid van de Belgische Luchtmacht. Helispot was er als de kippen bij om uit te vinden hoe het gesteld was met de inzetbaarheid van de veel geplaagde NH-90 helikopters.
Het Rekenhof heeft een zeer grondige analyse gemaakt van het ambitieniveau, de paraatstelling en de inzet van de NH-90 helikopters en twee andere wapensystemen de C-130 en de F-16 vliegtuigen.
Wat betreft de ambitie die het leger had met de NH-90 en de beschikbaarheid van de helikopter is het duidelijk dat de realiteit ver onder de verwachting is gebleven. De voornaamste redenen hiervoor zijn:
- grote vertraging bij de levering van de 8 helikopters (15 maand bij de TTH-versie en 30 maand bij de NFH-versie)
- niet-volledig afgewerkte levering waardoor de helikopters voor een retrofit langere periode terug naar de fabriek moeten (18 tot 21 maand).
- ook in de komende jaren zal gemiddeld 1 op 4 helikopters niet beschikbaar zijn wegens reeds gepland technisch onderhoud
- een veel frequenter en zwaarder dan voorzien onderhoudsprogramma, zo moeten bijvoorbeeld de toestellen na 600 uren een onderhoudsschema doorlopen welke 6 maand duurt
- beperkte beschikbaarheid van reserveonderdelen die leiden dat vrij eenvoudige defecten weken inactiviteit met zich meebrengen
- deelname van de NH-90 aan verschillende buitenlandse missies waardoor de beschikbaarheid voor opleiding en training beperkt wordt
- te weinig beschikbare crews
Tegen de achtergrond van deze moeilijkheden is het duidelijk dat de aankoop van 'slechts' 8 helikopters die drie belangrijke kerntaken moeten vervullen (SAR-search & rescue, MAR-marine en transport-landversie), te beperkt is geweest. Een voorbeeld: in de periode maart-april 2019 was er slechts 1 NH-90 NFH (SAR/MAR) beschikbaar waardoor met de omliggende landen moest worden afgesproken om steun te verkrijgen in geval van problemen.
In de legerbegroting voor 2019 voorziet Defensie 1.820 vlieguren voor de vloot van 8 NH-90 helikopters. Daarvan 1.050 voor de TTH-versie (de transport / landversie) en 800 voor de NFH-versie (SAR en Marine). Het is vrij zeker dat deze uren in 2019 niet zullen worden gebruikt. Ook in 2017 en 2018 werden de beschikbare 1.640 niet gehaald en werden er respectievelijk 1.407 en 1.454 uren gevlogen.
Ondanks dat vlogen de Belgische landversietoestellen zowat de meeste uren van alle NH90’s wereldwijd. De Belgische toestellen zijn nochtans pas geleverd tussen 2012 en 2015 terwijl sommige andere landen er al over beschikken sinds 2006. Dit wil zeggen dat het in de andere landen nog slechter is gesteld met de operationele beschikbaarheid van de NH-90 helikopters.
Defensie beheert de wisselstukken via een nieuwe vorm van uitbesteding, waarbij de stock die ze initieel heeft aangekocht voortaan door de constructeur wordt beheerd. Wanneer een wisselstuk gebruikt wordt en de stock daardoor moet worden aangevuld, moet het stuk binnen een bepaalde termijn worden aangeleverd op straffe van boete. Een nieuw wapensysteem zoals de NH90 kampt in de beginjaren vaak met een gebrek aan voldoende wisselstukken. Volgens Defensie heeft de uitbesteding ervoor gezorgd dat België voorrang krijgt en dus relatief minder lang moet wachten op wisselstukken. Voor complexere systemen heeft de leverancier doorgaans een lange herstellingstijd nodig, bv. in het geval van een defecte radar (waarvan maar één stuk in reserve is) neemt dit tot één jaar in beslag.
De operationele beschikbaarheid blijft wel ver onder de verwachtingen:
NFH 2016 | NFH 2017 | NFH 1H/2018 | TTH 2016 | TTH 2017 | TTH 1H/2018 | |
Operationeel | 46% | 34% | 31% | 48% | 39% | 58% |
Onderhoud - gepland | 48% | 60% | 65% | 45% | 54% | 37% |
Onderhoud - ongepland | 6% | 6% | 4% | 7% | 7% | 5% |
Beschikbaar in dagen / jaar | 168 | 124 | 113 | 175 | 142 | 211 |
De conclusie van het rapport:
De beschikbaarheid van de acht NH90-helikopters valt lager uit dan verwacht. De retrofit van de toestellen (het vervolledigen van de configuratie na ingebruikname) duurde achttien tot 21 maanden in plaats van de vooropgestelde acht. Sindsdien blijft het onderhoud veel tijd in beslag nemen. Hierdoor is de productie van vlieguren lager dan initieel gepland, waardoor minder piloten getraind kunnen worden.
Bovendien zijn de acht toestellen toegewezen aan drie verschillende ambitieniveaus: vier toestellen moeten het ambitieniveau voor de TTH landversie waarmaken; en de vier NFH-toestellen (marineversie) staan in voor zowel het ambitieniveau voor de Search and Rescue (SAR) en de ondersteuning van de marine (MAR). Dit alles heeft tot gevolg dat het ambitieniveau voor de verschillende fasen van de opwerking herhaaldelijk naar beneden is aangepast, waardoor de streefdatum voor de volledige paraatstelling (FOC) steeds opnieuw werd uitgesteld. Het hoge ambitieniveau in vergelijking met de beperkte vloot zorgt er bovendien voor dat het uitvallen van één toestel of piloot meteen een zeer grote impact heeft.
In vergelijking met de andere landen die met de NH90 vliegen, slaagt België erin om gemiddeld meer vlieguren per maand te produceren. Desondanks kon het gebudgetteerde aantal vlieguren in 2018 niet gehaald worden, waardoor de NH90-piloten gemiddeld slechts ongeveer 130 uur (in tegenstelling tot de interne norm van Defensie van 150 uur) konden vliegen.
De beschikbare vlieguren worden efficiënt aangewend: piloten in staffuncties vliegen niet op de NH90 en leerlingen worden zoveel mogelijk op de A109-helikopers opgeleid. Niettemin blijkt het voor de NH90 onmogelijk het Full Operational Capability (FOC)-ambitieniveau te halen met het aantal vlieguren waarin is voorzien tot 2022. Door het tekort aan vlieguren tijdens de opwerking van de NH90 kan de Luchtcomponent ook de oefeningen van de Land- en Marinecomponent onvoldoende ondersteunen. De simultane opwerking van de NH90 NFH voor SAR en MAR verloopt moeizaam, ondanks het feit dat twaalf van de veertien NFH-piloten tegelijk voor SAR-als MAR-opdrachten zullen worden ingezet.
Onze conclusie:
Wij blijven erbij dat met de NH-90 een te dure en te complexe helikopter werd gekocht. Door het beperkte budget konden er slechts 8 toestellen worden aangekocht die dan drie belangrijke taken moeten vervullen. Een quasi onmogelijke taak ondanks veel inspanningen van de Luchtmacht. Als in 2021 de Alouettes zullen verdwijnen voor de MAR (marinetaak) zal het probleem zich nog scherper stellen. Hopelijk zijn de helikopters tegen dan minder onderhoudsgevoelig.
Dat de Belgische NH-90 helikopters in de eerste jaarhelft van 2018 maar 45% beschikbaar waren is zeker geen goed rapport. Maar in vergelijking met de Duitse Bundeswehr viel het nog reuze mee. Daar waren van de 75 aangekochte NH-90's slechts 9 helikopters beschikbaar, dat is net 12%. Het kan dus nog altijd slechter.
We rekenden reeds vroeger uit dat de NH-90 bijna €20.000 per vlieguur kosten en dat zal met de beperkte beschikbaarheid nog duurder uitkomen. Ter vergelijking, de Seaking deed de SAR-operatie tegen een kostprijs van €5.000 per vlieguur ofte viermaal goedkoper. En de vergelijking met de Alouette voor de MAR-operatie is nog scherper, daar is de kost minder dan €4.000 per vlieguur.