Bezig met laden...

Logboek

70 jaar geleden bouwden Nederlanders de NHI H-3 Kolibrie

70 jaar geleden bouwden Nederlanders de NHI H-3 Kolibrie

In 1955, intussen al 70 jaar geleden, werd de Nederlandse Helikopter Industrie (NHI) opgericht door Aviolanda en Kromhout.

Kromhout was een Amsterdamse motorenfabriek die ook een bescheiden afdeling vliegtuigmotoren had en in 1969 gesloten werd als een onderdeel werd van Stork. Aviolanda was een vliegtuigbouwer met vestigingen in Papendrecht en Woensdrecht opgericht in 1927 en uiteindelijk gesloten in 1967.

Het nieuw opgerichte bedrijf was bedoeld om de testhelikopter aangedreven door 2 ramjets (stuwstraalmotor) in productie te nemen. Het speciale was dat de ramjets motoren waren geplaatst op de twee pallen van de hoofdrotor.  

In mei 1956 maakte het eerste toestel, de NHI H-3 "Kolibrie" zijn eerste vlucht en op 3 maart 1958 verkreeg de H-3 zijn Bewijs van Luchtwaardigheid.

De rompen werden gebouwd door Aviolanda, de motoren kwamen bij Kromhout vandaan en de rotorbladen bij Fokker. De assemblage gebeurde op vliegveld Zestienhoven.

De Kolibrie is echter nooit een succes geworden om verschillende redenen. De belangrijkste reden was het feit dat de ramjets (Kromhout TJ-5A), die aan de rotortips gemonteerd waren en deze voortstuwden, zeer veel lawaai produceerden en tevens veel brandstof gebruikten.

Dat voor deze wijze van voortstuwing gekozen werd is opzienbarend omdat op het eind van de jaren 1940, de McDonnell XH-20 Little Henry en in 1950 de Hiller YH-32 Hornet al hadden aangetoond was dat dit concept niet echt werkte. Maar in tegenstelling tot McDonnell en Hiller konden de Nederlanders het toestel wel doen vliegen en kreeg het toestel een 'Bewijs van Luchtwaardigheid' van de Nederlandse Luchtvaartautoriteiten. 

Door het hoge brandstofverbruik was vluchtduur zo kort (65 min maximum), dat men een speciaal aanhangwagentje - de helicar - erbij leverde om dienst te doen als landingsplatform.

Maar na vele tegenslagen vertrok in 1958 één van twee van de belangrijkste constructeurs: de ontwerper ir. Jan Meyer Drees vertrok naar het Amerikaanse Bell en rotorexpert ir. Gerard F. Verhage (†1968) nam ook ontslag.

Door de tegenvallende orders en het vertrek van de twee ingenieurs nam Aviolanda in 1959 de productie over en bouwde naast de eerste negen die op  Zestienhoven waren gebouwd nog eens twee exemplaren.

Het toestel werd toen als sproeihelikopter aangeboden en deze werden verkocht aan een Israëlische sproeimaatschappij Wings, het Duitse Nordflug, aan Groot-Brittannië, aan Nederlands Nieuw-Guinea (waar het toestel gebruikt is voor een wetenschappelijke expeditie) en aan de Directie van de Wieringermeer voor o.a. de bestrijding van onkruid in Oostelijk Flevoland.

Men hoopte bij NHI ook op een bestelling van de Nederlandse regering omdat de Kolibrie volgens NHI ook geschikt was als vliegende ambulance. Maar toen gaven de Amerikanen 30 Hiller Raven-helikopters aan de Nederlandse luchtmacht en werden er geen Kolibrie's aangekocht.

Er is nog geëxperimenteerd met rubberen drijvers en gondels voor gewonden vervoer alsmede een landingsgestel bestaande uit ski’s waarmee op drassig terrein geland kon worden, maar in 1961 werd de productie gestaakt en was dit het einde van de 'Nederlandse Helikopter Industrie'.  

 

Foto's © Peter Bekker - Kolibrie in de Aviodrome - met onze dank 

Video:
Video afspelen...

0 Reactie(s)

Laat reactie achter....

Uw email adres zal niet gepupliceerd worden, u dient enkel uw reactie te valideren. Verplichte velden worden aangeduid met *