Skeyes (het vroegere Belgocontrol en nog vroeger de Regie der Luchtwegen) wil de ruimte rond zijn radiobakens waar windmolens kunnen komen verdubbelen. Zo zouden er meer windmolens kunnen gebouwd worden met respect voor de veiligheid en de efficiëntie van het luchtverkeer.
Duurzame luchtvaart is voor skeyes geen loos begrip. Het bedrijf onderzoekt voor alle aspecten van zijn werking hoe het kan bijdragen tot de ecologische uitdagingen die zich wereldwijd stellen.
Windenergie is één van de oplossingen. Windmolens leveren een cruciale bijdrage in de productie van groene energie. skeyes werkt daarom al langer intensief samen met de sector om na te gaan waar extra windmolens kunnen geplaatst worden zonder de veiligheid van het luchtverkeer in het gedrang te brengen. Maar de beschikbare ruimte is heel beperkt.
De moeilijkheid zit hem voor skeyes in de civiele radiobakens, de zogenaamde DVOR’s (Doppler VHF Omnidirectional Radio Range). Deze zendstations – skeyes heeft er negen verspreid over heel het land (plus een aantal op de grotere vliegvelden) – zijn essentieel voor een nauwkeurige radionavigatie. De airways, vergelijkbaar met autowegen, zijn grotendeels gebaseerd op de positie van deze DVOR’s. Piloten en luchtverkeersleiders gebruiken deze installaties ook bij het vliegen en bij landingsprocedures. (buiten de radiobakens op de luchthavens zijn dat: AFI, BRUNO, COSTA, FLORA, HUL, OLNO, NICKY, SPI)
De bewegende wieken van een windmolen beïnvloeden echter de radiosignalen. skeyes moet dus uiterst voorzichtig zijn bij het toelaten van het plaatsen van windmolens in de nabijheid van de zendstations. De ruimte daarvoor in de nabije omgeving van zo’n station is zeer beperkt.
Daarom ontwikkelde skeyes een nieuw berekeningsmechanisme. Tot nu toe mogen er 9 windmolens per sector van 60° in een straal van 7 km rond een DVOR staan. De ‘statische’ berekening vertrok vanuit 6 vaste sectoren (0-60°, 61°-120°, 121°-180° …) zonder overschrijdingen tussen naburige sectoren.
Het nieuwe berekeningsmechanisme dat skeyes uitwerkte, is dynamisch. Door de aanpalende sectoren wel op te nemen in de berekening, wordt de mogelijke ruimte voor windmolens vergroot en is er in principe plaats voor maximaal 18 windmolens per sector van 60° - een verdubbeling in vergelijking met de oude berekeningsmethode.
Verder onderzoek op basis van het nieuwe berekeningsmechanisme zal nu per zone moeten aantonen hoeveel extra windmolens er effectief kunnen geplaatst worden. Actoren in de windenergiesector kunnen daarvoor aanvragen indienen, ook voor locaties waarvoor ze dat vroeger al gedaan hebben. Het onderzoek gebeurt kosteloos.
De nieuwe berekeningsmethode verzekert net als de vorige de veiligheid van het luchtverkeer, die voor skeyes altijd het belangrijkste criterium blijft.
Vorig jaar bevestigde het Ministerie van Defensie ook al dat het zich zeer inschikkelijk opstelde tegenover de inplanting van windmolens in de omgeving van militaire installaties.
Foto copyright: Helispot